In 1636 bepaalde hij in zijn testament dat daar na zijn dood een hofje moest worden gesticht. Na zijn dood in 1650 werd de bouw van het hofje gerealiseerd. Er kwamen zes woningen die dubbel bewoond werden zodat er plaats kwam voor twaalf mannen en vrouwen. Maar het duurde niet lang of ook dit hofje werd uitsluitend door vrouwen bewoond.
In 1756 werd het hofje uitgebreid met vijf woningen langs een straatje aan de noordkant dat de Heijthuijsenweg is gaan heten.
Aan de Kleine Houtweg is het verhoogde middendeel en de laagbouw tot de ingangspoort nog een deel van het oorspronkelijke buitenhuis. Rechts van de ingangspoort was vroeger de regentenkamer. Daar heeft lange tijd een portret van de stichter, geschilderd door Frans Hals, gehangen. Omdat het in slechte staat verkeerde werd het in 1869 voor 4124 gulden verkocht aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Van het schilderij is eerst een kopie gemaakt.
Na de renovatie van 1985 bestaat het hofje uit tien kleine eenpersoons woningen. Deze zijn alle verschillend, maar aangepast aan de tegenwoordige eisen. In 2003 is van twee huisjes aan de donkere binnenstraat één woning gemaakt.
De negen huisjes worden verhuurd aan vrouwen én mannen.
Het hofje is dagelijks toegankelijk van 10:00 uur tot 17:00 uur.