De tuin is een restant van de kloostertuin van de Norbertijnen waarvan de gegevens teruggaan tot 1414.
Opmerkelijk in de hof is de verlichting. Nog steeds werken er vier originele gaslantaarns en bij bijzondere gelegenheden kunnen de twee op raapolie brandende oude Jan van der Heyden lantaarns ontstoken worden.
Met de in 1625 vervaardigde hofpomp kan zowel hemel- als grondwater opgepompt worden. In de winter is de pomp echter, om bevriezing te voorkomen, afgesloten.
In de tuin groeien enkele wijnstokken die druiven leveren die hier 400 jaar geleden ook groeiden. Aan de ruim 275 jaar oude leipeer groeien nog steeds (veel) zeer smakelijke peren.
De van Ovidius afkomstige hofspreuk luidt: BENE VIXIT QUI BENE LATUIT, wat betekent: Wie in de luwte leeft, leeft goed.
Meer informatie is te lezen in het boek ‘Frans Loenenhofje, 1607 – 2007’, Jaap Temminck, Maarten Poldermans en Wil van Schaik.