Nesjomme speelt zich af in Amsterdam tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, toen één op de tien Amsterdammers Joods was. De zeventienjarige Rusha woont in de Joodse buurt met haar familie. Haar oudere broer Max is geëmigreerd naar Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. In haar brieven aan Max vertelt Rusha over haar dagelijks leven in de stad. Zo ontstaat een levendig beeld van Amsterdam tijdens het interbellum, vanuit het perspectief van de Joodse gemeenschap.
De film begint vlak na de Eerste Wereldoorlog, een periode vol vertrouwen in de toekomst. De combinatie van Rusha’s brieven en archiefbeelden creëert een kleurrijk portret van trotse diamantbewerkers; sjacherende handelaren op de vlooienmarkt; cabaretartiesten met liedjes die iedereen meezingt; stadsbestuurders als De Miranda die zich inzetten voor sociale woningbouw en de ondernemers achter De Bijenkorf, het Amstelhotel en het Tuschinski. Deze verhalen illustreren het belang van de Joodse gemeenschap voor de stad.
Het aanvankelijke optimisme na de Eerste Wereldoorlog wordt gaandeweg op de proef gesteld door een zware economische depressie en de opkomst van het fascisme die leidt tot de Bezetting. Humor en levenslust, de lechajim, bieden de Joden soelaas in tijden van tegenspoed. Tegen deze achtergrond groeit Rusha uit van een jong meisje tot een zelfstandige vrouw, die liefdevol navigeert tussen de ideeën van haar socialistische vader en de religieuze overtuigingen van haar man. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stelt haar voor een onmogelijke keuze.
Nesjomme gaat niet alleen over het leven van degenen die er niet meer zijn, maar vertelt ook over wat ze hebben achtergelaten: de Joodse ziel van Amsterdam, de nesjomme.
Docu op Zondag, 5 januari
Regisseur Sandra Beerends (Ze noemen me Baboe) is op 5 januari te gast in de Schuur en gaat met Frénk van der Linden en het publiek in gesprek over haar film. Tickets zijn nu verkrijgbaar!