De objecten en personen die Verwey binnen handbereik heeft, vormen zijn onderwerpen van observatie; hij beschouwt ze als volumes die het licht vangen en weer terugkaatsen en die hij vervolgens in verf probeert te vangen. Vashchuk stelt aan de hand van geanonimiseerde alledaagse, huiselijke scènes universele thema’s als verbinding en tijdelijkheid aan de orde.
Het leven betrapt laat zien dat beide kunstenaars duidelijk exponenten zijn van verschillende generaties. De activiteiten van de figuren op de schilderijen corresponderen met het tijdsgewricht waarin ze leven. Echter, de wijze waarop deze kunstenaars de mensen in het werk op de bank laten liggen, peinzend voor zich uitkijkend, of een dutje doend, doet beseffen we ook dat sommige aspecten van het leven mens-eigen en van alle tijden zijn.