‘De man van La Mancha’ speelt zich af in een gevangenis in het Sevilla van de zestiende eeuw. De Inquisitie heerst genadeloos en Cervantes en zijn medewerker worden in de kerker geworpen. De andere gevangenen veroordelen de nieuwelingen tot het inleveren van alle bezittingen. Cervantes brengt, als vorm van verdediging, het verhaal van Don Quichot tot leven: een edelman die te veel ridderromans heeft gelezen en eropuit trekt om grootste daden te verrichten, vergezeld door zijn buurman Sancho Panza. Een voorstelling over het inzicht dat de wereld niet alleen maar een plek is waar je nu eenmaal bent, maar ook een plek die je kunt maken tot wat het is, met je eigen handen en gedachten.