Boban schreef deze voorstelling (geheel in stijl) vanuit zijn studentenkamer, waar hij noodgedwongen is blijven hangen. Daarom duikt hij – namens de pechgeneratie – in de wereld van de woningmarkt. Dat doet hij met piano, gitaar en een geestige gedachtegang. Hier stuit hij op woonkloven, sprookjes en financiële ratsen van vermogenden. Opgegroeid aan de periferie van de kak en als afgestudeerd econoom en ethicus, kan hij niet anders dan zich daar dubbelzinnig toe verhouden. Met aanstekelijk enthousiasme en opgewekt cynisme houdt hij het publiek een scherpe spiegel voor. Een spiegel waar hij zelf maar moeilijk in kan kijken.
Boban speelt Boompje, Beestje overal waar je geen huis kunt vinden. Precies! Door hééél het land. Dus kom kijken en ga huilend (van het lachen) naar huis (als je die hebt).